De biologische landbouw kan nu ook als gangbaar geclassificeerd worden, met normale economische principes als kenmerk: na een forse recessie lijkt de weg omhoog weer gevonden. De NRC berichtte afgelopen zaterdag dat het circuit van de natuurvoedingswinkels (die eerder al merkten dat ook de supermarkten in bio gingen) nu worden opgeschrikt door de gespecialiseerde biologische supermarkt EkoPlaza, die in snel tempo winkels aan het openen is. Er zijn meer tekenen dat de markt aan het herstellen is. Enkele weken geleden meldde het Agrarisch Dagblad al dat er komende jaren tekort aan product is, en ook de topman van The Greenery riep volgens dezelfde krant vorige week op de jaarvergadering telers op om om te schakelen. En wortelen zijn op dit moment een goudmijn (als je ze nog te koop hebt), zo meldde biologisch teler S. op een Flevolands feestje zaterdagavond.
Allemaal goed nieuws dus in een week waarbij we bij Nautilus weer een stap hebben gezet om de samenwerking met Naturelle/The Greenery verder gestalte te geven. Maar dat mag dan ook wel na een enkele jaren voortslepende crisis die een aantal telers hun bedrijf en een aantal werknemers in de sector hun baan kostte.
Terugkijkend kun je je afvragen waar in het verleden de fouten zijn gemaakt. We moeten, zo constateerden we op hetzelfde feestje, het verhaal van de biologische landbouw in de jaren negentig nog eens opschrijven want er valt veel van te leren - ook voor andere sectoren. Zelf houd ik het erop dat de overheid wel erg lang bezig is geweest om niet-levensvatbare akkerbouwbedrijven te laten omschakelen naar bio. En pas laat is het probleem van de markt ontdekt. Maar ook de sector heeft lang geloofd in een soort 'internet-boom' waaraan pas een eind kwam met de Iceland affaire (een Engelse supermarkt die aankondigde 100% biologisch te gaan en binnen een half jaar, toen het product al geteeld werd, dat terug moest draaien) en het faillisement van de Belgische deGrieck met forse diepvriesvoorraden als gevolg. In de cooperatieve sfeer is ook lang het bestaan van de markt ontkent. Deels uit idealisme, deels omdat we geen onderscheid durfden te maken tussen telers naar schaalgrootte en kwaliteit (inclusief koppeling aan leveranciers). Personeel dat dat wel zag begon in een krappe arbeidsmarkt voor zichzelf. En in het landbouwkundig onderzoek hebben we het biologische onderzoek (door het parlement apart gelabelled) erg apart gezet waardoor we niet meer over de buhne kregen dat de wezenlijke problemen van biologisch helemaal niet specifiek biologisch waren maar ordinaire marketingproblemen, logistieke vraagstukken (kleine batches op verschillende locaties) en cooperatie/organisatievraagstukken.
Laten we dat inzicht niet vergeten, en in ieder geval in economisch opzicht de sector als volstrekt normaal beschouwen. En alle volgende nieuwe bedrijfstakken ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten