Vandaag een (oud) fotootje van de vuurtoren van Westkapelle op miniatuurformaat uit het maduromdamachtige Miniatuur Walcheren (voor het uit de binnenstad van Middelburg werd verplaatst). Dit als bijdrage aan de herdenking van de Slag om de Schelde, die vandaag begint.
Voor mijn ouders en familie op Walcheren was het een life-changing event. Het eiland werd o.a. bij Westkapelle onder water gezet, boerderijen kwamen blank te staan of erger. Mooi dat deze slag nu uit de schaduw van de hongerwinter en Operation Market Garden meer aandacht krijgt.
Het Miniatuur Walcheren kwam vervolgens voort uit een wederopbouw activiteit om de trots op het eiland te herstellen. Als tijdelijk bedoeld, maar zoals dat gaat met goede tijdelijke opstellingen, bleek het in stand te houden toen na de oorlog de Duitsers terugkwamen als toerist.
weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
Pagina's
▼
zaterdag 31 augustus 2019
zaterdag 24 augustus 2019
zwitserse keynote AKIS NL
Gisteren hield ik een keynote bij de Fachhochschule in Bern op het Schweizer Agrarpolitik Forum 2019 over innovatie en innovatiebeleid, case Nederland. Zoals gebruikelijk staan de slides op slideshare. Vooral een compilatie van eerdere presentaties overigens.
dinsdag 13 augustus 2019
Groene Amsterdammer en resilience
De Groene Amsterdammer was afgelopen week zo aardig een groot verhaal te besteden aan ons WUR programma Resilience / Veerkracht en het congres dat we vorig jaar over dit onderwerp hielden in de locatie Veerkracht in Klarenbeek. Hier het artikel en wie meer wil weten: kijk nog eens in het magazine dat we maakten.
maandag 12 augustus 2019
De oude Grieken en Romeinen en de landbouw
In de antieke oudheid (zie vorige blogpost) had je 16 ha nodig om een gezien van 5 mensen duurzaam eten te geven, zo berekenen Mazoyer en Roudart (p.243 e.v.): bij een opbrengst van 500 kg graan per ha waarvan 200 nodig voor zaaizaad (en wat verliezen) had je 3 ha nodig, met een jaar tussenbraak is dat 6 ha ager. Voor 1 lastdier (een rund) had je dan nog eens 9 ha saltus nodig. En nog een ha bos (silva) en je bent op 16 ha. Frankrijk zou dan 10 mln inwoners kunnen hebben, maar Athene maar 70.000.
En misschien nog minder want n het drogere klimaat heb je misschien wel 26 ha nodig (maar minder bos want de winters waren niet zo koud). In ieder geval betekent het dat de maximale bevolkingsomvang vrij laag was, en niet noodzakelikerwijs hoger dan bij de slash-and-burn. Die overgang zal dus meer een noodzaak dan een verleidelijke zijn geweest. Meer push dan pull.
De crisis van ontbossing, gebrek aan cultuurland en aan voedsel leidden tot migratiestromen en met name tot kolonisatie. Het leidde tot oorlogen en plunderingen onder leiding van de lokale aristocratie en stadstaten en uiteindelijk tot veroveringstochten van Alexander de Grote en later de Romeinen. Men had niet allen granen nodig uit die koloniën maar ook slaven die dan in Griekenland of Italië werden ingezet. Een business model gebaseerd op plundering. Het voordeel van slaven is dat ze zich niet mogen voortplanten in gezinsverband (later in de VS wel, daar was land genoeg en de aanvoer van slaven duur - kjp), en dus leverden de slaven een surplus op ten opzichte van de vrije arbeider of boer die een gezin moest onderhouden. De groen van de stad en de noodzaak van slaven en aanvoer van graan gingen hand in hand. Zolang er maar slaven over de buitengrens te maken waren, en waarop de reproductie werd afgewenteld. Bij de Romeinen liep het pas fout toen het rijk zeer groot was en de barbaren aan de grens te sterk.
Tegelijk ontstonden latifundia's en estates: sommige boeren kwamen bij een misoogst in de schulden en konden zich niet anders dan pachtboer of lijfeigene (serf) maken. Waarmee de grootste boeren en militaire grondbezitters de keuze hadden tussen lijfeigenen en slaven. Of men verdween als plebs naar Rome waar men deels leefde van staatshulp via het uitgedeelde brood (en spelen). Waarbij van tijd tot tijd een keizer probeerde het echte probleem op te lossen met een landhervorming, tegen de zin van de senaat, wier belang dat niet was.
De rol van de staat was bij de Egyptenaren en in Mesopotamië nog vooral die van rijkswaterstaat. Bij de Inca's die van infrastructuur en handel. Maar bij de Grieken en Romeinen was het koloniën en oorlog, om de wingewesten graan en slaven te laten leveren.
Moraal: een directe koppeling tussen het landbouwsysteem en de politieke ontwikkelingen. Waarbij de democratie tot stand kwam in perioden waarin eigengeërfde boeren er ook iets van mochten vinden. Slaven hadden geen stemrecht.
En misschien nog minder want n het drogere klimaat heb je misschien wel 26 ha nodig (maar minder bos want de winters waren niet zo koud). In ieder geval betekent het dat de maximale bevolkingsomvang vrij laag was, en niet noodzakelikerwijs hoger dan bij de slash-and-burn. Die overgang zal dus meer een noodzaak dan een verleidelijke zijn geweest. Meer push dan pull.
De crisis van ontbossing, gebrek aan cultuurland en aan voedsel leidden tot migratiestromen en met name tot kolonisatie. Het leidde tot oorlogen en plunderingen onder leiding van de lokale aristocratie en stadstaten en uiteindelijk tot veroveringstochten van Alexander de Grote en later de Romeinen. Men had niet allen granen nodig uit die koloniën maar ook slaven die dan in Griekenland of Italië werden ingezet. Een business model gebaseerd op plundering. Het voordeel van slaven is dat ze zich niet mogen voortplanten in gezinsverband (later in de VS wel, daar was land genoeg en de aanvoer van slaven duur - kjp), en dus leverden de slaven een surplus op ten opzichte van de vrije arbeider of boer die een gezin moest onderhouden. De groen van de stad en de noodzaak van slaven en aanvoer van graan gingen hand in hand. Zolang er maar slaven over de buitengrens te maken waren, en waarop de reproductie werd afgewenteld. Bij de Romeinen liep het pas fout toen het rijk zeer groot was en de barbaren aan de grens te sterk.
Tegelijk ontstonden latifundia's en estates: sommige boeren kwamen bij een misoogst in de schulden en konden zich niet anders dan pachtboer of lijfeigene (serf) maken. Waarmee de grootste boeren en militaire grondbezitters de keuze hadden tussen lijfeigenen en slaven. Of men verdween als plebs naar Rome waar men deels leefde van staatshulp via het uitgedeelde brood (en spelen). Waarbij van tijd tot tijd een keizer probeerde het echte probleem op te lossen met een landhervorming, tegen de zin van de senaat, wier belang dat niet was.
De rol van de staat was bij de Egyptenaren en in Mesopotamië nog vooral die van rijkswaterstaat. Bij de Inca's die van infrastructuur en handel. Maar bij de Grieken en Romeinen was het koloniën en oorlog, om de wingewesten graan en slaven te laten leveren.
Moraal: een directe koppeling tussen het landbouwsysteem en de politieke ontwikkelingen. Waarbij de democratie tot stand kwam in perioden waarin eigengeërfde boeren er ook iets van mochten vinden. Slaven hadden geen stemrecht.
zaterdag 10 augustus 2019
de agrarische revolutie in de antiquiteit
Terug naar A History of World Agriculture van Mazoyer et al. We zijn aangeland( p 228) bij de agrarische revolutie in de antieke wereld. Het slash-and-burn systeem liep eeuwen op zijn laatste benen. In het Neolithicum begon de ontbossing teveel te worden, land droogde uit, er trad erosie op. Graslanden waren moeilijk te ontginnen zonder goede ploeg. Men trok steeds verder Europa in. In het begin van de bronstijd (1800-1250 BC) was het verschijnsel in Europa volop aanwezig en moest men van de meest vruchtbare gronden hoger de heuvels en bergen in. Maar bij het eind van die bronstijd, zo rond 1000 BC was men terug in de vruchtbare vlaktes en ontwikkelde zich een nieuw systeem
De slash en burn werd er verlaten. Het was de ard (het eergetouw of haakploeg zo leer ik van de wiki), een primitieve ploeg, die vooral een stok door de grond trekt en openbreekt maar deze niet echt keert, die leidde tot een systeem van braakland en bouwland. Het ding werd door runderen getrokken (je ziet ze nog wel eens in rijstvelden). Dat betekende dus een forse kapitaalsinvestering in dieren en werktuigen. Het moet decennia of langer gekost hebben om zo'n systeem lokaal te optimaliseren, zo vermoedt men. Er was sprake van een graanteelt afgewisseld met een braakperiode.in een 2jarige rotatie. Maar ook een 5jarige rotatie kwam voor met 4 jaar grasland. Met Latijnse namen spreken we van de ager (bouwland) en de saltus (beweiding), naast de hortus (de tuin met groenten) en de silva (bos voor hout e.d.). Maar bij die 5 jarige rotatie was al snel een ploeg nodig om het grasland weer bouwland te maken.Of het moest met de spa.
Het vee liep op de saltus, de weidegronden en het braakland. En werd 's nachts opgestald zodat de mest de akker op kwam (en beweiding van het braakland hielp ook) Op veel plekken mocht het vee na de graanoogst overal het bouwland op. Dat collectieve kende men nog uit de slash en burn cultuur en wellicht trok je wat mest aan door dieren van een ander toe te laten. En het scheelde afrastering of toezicht door een herder
Al met al was het dus de eerste agrarische revolutie.
De slash en burn werd er verlaten. Het was de ard (het eergetouw of haakploeg zo leer ik van de wiki), een primitieve ploeg, die vooral een stok door de grond trekt en openbreekt maar deze niet echt keert, die leidde tot een systeem van braakland en bouwland. Het ding werd door runderen getrokken (je ziet ze nog wel eens in rijstvelden). Dat betekende dus een forse kapitaalsinvestering in dieren en werktuigen. Het moet decennia of langer gekost hebben om zo'n systeem lokaal te optimaliseren, zo vermoedt men. Er was sprake van een graanteelt afgewisseld met een braakperiode.in een 2jarige rotatie. Maar ook een 5jarige rotatie kwam voor met 4 jaar grasland. Met Latijnse namen spreken we van de ager (bouwland) en de saltus (beweiding), naast de hortus (de tuin met groenten) en de silva (bos voor hout e.d.). Maar bij die 5 jarige rotatie was al snel een ploeg nodig om het grasland weer bouwland te maken.Of het moest met de spa.
Het vee liep op de saltus, de weidegronden en het braakland. En werd 's nachts opgestald zodat de mest de akker op kwam (en beweiding van het braakland hielp ook) Op veel plekken mocht het vee na de graanoogst overal het bouwland op. Dat collectieve kende men nog uit de slash en burn cultuur en wellicht trok je wat mest aan door dieren van een ander toe te laten. En het scheelde afrastering of toezicht door een herder
Al met al was het dus de eerste agrarische revolutie.
maandag 5 augustus 2019
bodemdaling
In de NRC van vanavond een paginagroot interview met Esther Stouthamer van de Universiteit Utrecht. Ze is fysisch geograaf en verdiept zich in bodemdaling. Ze legt uit dat we in Nederland niet 1000 jaar geleden zijn begonnen met ontwateren maar dat het ten tijde van de Romeinen al is begonnen. In 200 voor Chr zag je op een kaartje wel Rotterdam en Leiden, en het Groene Hart (de naamgeving is van heel veel later) en de rivierlopen van de Rijn (nu Oude Rijn) en de Maas. Die waren nog niet verbonden. Ertussen lag hoog- en laagveen, dat veel (regen)water bevatte. Dat hoogveen lag er als een bol bij, daar konden de rivieren niet overheen. Ze gingen er langs.
Maar 400 jaar later, in 200 n. Chr. het de Oude Rijn zich verlegd en zijn er twee zijtakken die daar op uitkomen: de Lek en Hollandse IJssel.
Dat is het bewijs (naast een paar archeologische vindingen van o.a. een klepduiker) dat er al aan ontwatering werd gedaan. Er kwamen ook meer zee-inbraken voor waardoor er sediment op het veen kwam te liggen waardoor het veen nog meer inzakte. En zo konden de Lek en de Hollandse IJssel over het veen gaan stromen. En al in 1122 werd de Lek de hoofdstroom en de Kromme Rijn afgedamd.
Maar 400 jaar later, in 200 n. Chr. het de Oude Rijn zich verlegd en zijn er twee zijtakken die daar op uitkomen: de Lek en Hollandse IJssel.
Dat is het bewijs (naast een paar archeologische vindingen van o.a. een klepduiker) dat er al aan ontwatering werd gedaan. Er kwamen ook meer zee-inbraken voor waardoor er sediment op het veen kwam te liggen waardoor het veen nog meer inzakte. En zo konden de Lek en de Hollandse IJssel over het veen gaan stromen. En al in 1122 werd de Lek de hoofdstroom en de Kromme Rijn afgedamd.
zaterdag 3 augustus 2019
Handy
Ik beschrijf mijn werk wel eens als research manager, maar daar moet je mee uitkijken, zo leid ik af uit de Bartleby column van The Economist van vorig weekend. In veel organisaties waarin mensen de belangrijkste input leveren, zoals universiteiten en advocatenkantoren, houden ze niet van die term. Daar zijn titels als rector, partner, director in zwang. Het gaat daar meer om leiderschap, het aangeven van de juiste richting voor de organisatie, dan om management. Leiderschap is ook te zorgen dat mensen van zichzelf leren.
Het blad komt met deze wijsheden door een interview met Charles Handy, de van Shell afkomstige management guru. De Ier (86) is door een beroerte getroffen en moest weer leren lopen, praten en zelfs slikken. Maar zijn waarnemingsvermogen is onaangetast. Hij observeerde in het ziekenhuis een trade-off: voor zijn revalidatie moest hij het bed uit en rondstrompelen. Maar voor de zusters was dat een probleem: hij zou kunnen vallen en zich bezeren, dat kost hun werk en ze worden er op aangekeken dus ze hielden hem liever in bed.
Hij heeft het nu dus gehad met de "curse of efficiency". Volgens Handy komt de vloek van de efficiency ook doordat managers meer van dingen dan van mensen houden. Daarom vindt men robots zo aantrekkelijk. Het verdingen van mensen begint met ze "human resources"te noemen.
Handy is dus kritisch geworden op het leren van leiderschap in de klas. Je leert dat vooral in de praktijk door wat ruimte te krijgen, Leiders moeten de kunst verstaan om verhalen te vertellen en een cultuur te creëren.Dat is wat meer dan een spreadsheet kunnen lezen.
En onderwijs en schrijven is vooral het aanboren van een Aha moment waarin je benoembaar maakt wat men al aanvoelde of wist. Daar doen we het dan maar even mee. Gelukkig staat er niet ResearchER management op het visitekaartje.
[De foto maakten we op een uitje naar Museum Voorlinden, aanrader vanwege een paar mooie tentoonstellingen en de tuinen van Piet Oudolf]
Het blad komt met deze wijsheden door een interview met Charles Handy, de van Shell afkomstige management guru. De Ier (86) is door een beroerte getroffen en moest weer leren lopen, praten en zelfs slikken. Maar zijn waarnemingsvermogen is onaangetast. Hij observeerde in het ziekenhuis een trade-off: voor zijn revalidatie moest hij het bed uit en rondstrompelen. Maar voor de zusters was dat een probleem: hij zou kunnen vallen en zich bezeren, dat kost hun werk en ze worden er op aangekeken dus ze hielden hem liever in bed.
Hij heeft het nu dus gehad met de "curse of efficiency". Volgens Handy komt de vloek van de efficiency ook doordat managers meer van dingen dan van mensen houden. Daarom vindt men robots zo aantrekkelijk. Het verdingen van mensen begint met ze "human resources"te noemen.
Handy is dus kritisch geworden op het leren van leiderschap in de klas. Je leert dat vooral in de praktijk door wat ruimte te krijgen, Leiders moeten de kunst verstaan om verhalen te vertellen en een cultuur te creëren.Dat is wat meer dan een spreadsheet kunnen lezen.
En onderwijs en schrijven is vooral het aanboren van een Aha moment waarin je benoembaar maakt wat men al aanvoelde of wist. Daar doen we het dan maar even mee. Gelukkig staat er niet ResearchER management op het visitekaartje.
[De foto maakten we op een uitje naar Museum Voorlinden, aanrader vanwege een paar mooie tentoonstellingen en de tuinen van Piet Oudolf]